Bali, mango met pit

Als een vijftigpluskuiken in een ei dat dringend de schaal moet breken, zo voelde Leen Caboor zich. Gedreven door een onweerstaanbare hunkering naar ontdekken, naar een periode van niets-moet en alles-kan, zegt ze haar baan op en weet haar man te overtuigen om zijn zaak te verkopen en samen op wereldreis te vertrekken.Het boek is een eigenzinnig reisverhaal, niet enkel in plaats en tijd, maar ook in lichaam en geest. Het beschrijft een innerlijke transformatie en spirituele evolutie. Op een aanstekelijke en openhartige manier verhaalt het over drijfveren, onzekerheden en obstakels om dromen te verwezenlijken. Maar ook tegenslagen blijven niet uit en na India settelen ze in Bali. Via dagelijkse taferelen wordt een beeld geschetst van leven als buitenlander in een Balinese context, met een Nederlands duikcentrum als decor. Het boek is doorspekt met humoristische anekdotes over verwondering, misverstanden en frustraties door cultuurverschillen. Hoe handhaven Vlamingen zich tussen Nederlanders en Balinezen? En hoelang blijft de betovering van het mystieke Bali? Mede door de ontmoeting met de Nederlander Bob Land, een kranige tachtiger, geeft het paradijselijke eiland ook zijn minder fraaie kantjes bloot. Foto + CVLeen Caboor (1954) is landbouwingenieur en woont in België. Na haar studies werkte ze vier jaar in een project voor plattelandsontwikkeling in Congo (het toenmalige Zaïre), samen met haar man. In 2006 onderbrak ze haar loopbaan in België en verbleef zes jaar in het buitenland, overwegend in Indonesië. Sinds 1993 beoefent ze Sahaja Yoga meditatie.